Jongens uit 1965 (vervolg)

12-11-2010 - In mei 1990 hield de eindexamenklas van 1965 zijn eerste reünie. Het was toen 25 jaar geleden dat we Hageveld verlieten. Oud-klasgenoten werd gevraagd een korte biografische bijdrage te leveren voor een reünieboekje, 37 gaven hieraan gehoor.

Ik heb daarover verslag gedaan in het Jaarboek 2000 van de SRH, en eindigde met de volgende tekst: “Voor mij was die reünie… een gebeurtenis geworden met gemengde gevoelens. Hoe goed het was om elkaar terug te zien en tegelijkertijd je te herinneren hoe alleen je vaak was in die jaren samen. Te lopen door dat enorme gebouw en te beseffen hoe wereldvreemd je die zes jaar was. Inderdaad: zonder Hageveld was ik niet geworden wie ik nu ben, in positieve maar ook in negatieve zin.”

In juni 2005, dus 40 jaar na dato, hielden we een tweede reünie. Bij de voorbereiding bleken twee klasgenoten inmiddels te zijn overleden. Dat was een schok: in mijn herinnering waren we nog de jongens van 1965, tussen de 18 en 20 jaar. Maar inmiddels dus tussen 58 en 60! 
Dit keer kwamen er 22 man. Nogal wat waren verhinderd, juni bleek inmiddels een favoriete vakantiemaand voor (pre-)vutters. Het werd een gezellige dag, met verhalen over vroeger en nu, en onze klasgenoot Jos Huesken vertelde over zijn naderend afscheid als rector van het college Hageveld. Vol trots liet hij ons zijn prachtig verbouwde school zien.
We spraken af, om met een volgende reünie niet te wachten tot het 50-jarig ‘jubileum’. Je wordt tenslotte allemaal ouder, nietwaar? Vijf jaar leek een mooie periode.

Reünie 2010
Voorjaar 2010 nam een clubje klasgenoten contact op met elkaar, om de nieuwe reünie voor te bereiden. Na enig polsen bleek het najaar een geschiktere periode, dus werd het zaterdag 9 oktober.
Er was in de tussenliggende vijf jaren nogal het een en ander gebeurd: weer enkele klasgenoten overleden, één klasgenoot (alsnog) tot priester gewijd. Via internet waren de meesten van ons hiervan op de hoogte. 
We besloten om weer een boekje te maken, net als in 1990, 20(!) jaar geleden. Over het thema ontstond verschil van mening. De een wilde wat dieper ingaan op onze levensfase en wat dat voor ieder betekent, de ander wilde het kort en sober houden. Ook de actualiteit kwam ter sprake: de misstanden in de (katholieke) internaten, hoe was dat bij ons op Hageveld? Zelf hadden we er weinig van gemerkt, en we hebben het de klas dan ook niet gevraagd.
We vroegen kort gezegd: hoe is het met jou (en de jouwen), en wat doe je (niet meer)? Er kwamen 32 reacties binnen, ook van mensen die verhinderd waren om te komen. Ook dit keer werd het boekje tevoren naar iedereen toegestuurd, zodat we voorbereid ter reünie kwamen.

Het boekje 
Zoals gezegd kwamen er 32 reacties binnen, 29 bevatten ook de gevraagde informatie. Het waren heel verschillende verhalen, soms korte, nuchtere feiten, die verhaalden van een tevreden leven, soms ook lange verslagen van een leven met vele omwegen of hindernissen. 
Over het werk werd regelmatig opgemerkt, dat het zo langzamerhand wel genoeg was geweest: Veranderende omstandigheden, nieuwe eisen, het gevoel de laatste der Mohicanen te zijn. (zou een volgende generatie deze uitdrukking ooit nog gebruiken?) Een groot deel van de club is dan ook gestopt met werken (hoewel sommigen nog met energie en plezier doorgaan, of zelfs een herstart hebben gemaakt!)
Veel positieve berichten over vrijwilligerswerk, op sociaal en cultureel gebied. Je kunt je afvragen, hoe dat zal gaan wanneer onze opvolgers veel langer (moeten) blijven werken: zijn die dan nog fit genoeg om ons thuis te verzorgen, het buurthuis en museum draaiende en ons hospice leefbaar te houden?
Er zijn ook artistieke talenten actief: schrijven, schilderen, beeldhouwen, muziek maken en toneelspelen. Niet zelden is sprake van een heropleving van talenten die al op Hageveld zijn aangeboord!
Een paar cijfers over die 29 man uit +1965: 
22 man hebben (nog/weer) een partner, en er zijn inmiddels 17 opa’s.
13 werken nog helemaal, sommigen ook na hun 65e . Er zijn er 16 gestopt, al doet een aantal nog ‘klussen’. 
11 zijn actief in/bij de kerk(en) betrokken. Enkelen gaven aan, dat dit de afgelopen jaren weer wat meer is geworden. Een van ons, die jaren pastoraal werker is geweest, heeft zich in 2006 tot priester laten wijden.

De reünie op 9 oktober 2010
Het was schitterend weer, die zaterdag in oktober. Tevoren had ik geluncht op een terrasje in Haarlem (60+, gratis treinkaartje). Van bushalte Wipperplein lopend naar Hageveld, via een rommelig bedrijventerrein. Het blijft vreemd om ‘achterom’ te moeten lopen, en niet via de oprijlaan.
Jos Huesken, ex-rector en gastheer bij vorige reünies, was er al, met enkele anderen van het organisatiecomité. We konden buiten zitten, in de zon.
Geleidelijk aan werd de groep compleet. Bekende gezichten allemaal, je verandert niet meer zoveel rond je 60e. (soms wat grijzer, soms wat kaler)
Het boekje deed zijn werk; gesprekken kwamen snel op gang, gemeenschappelijke bezigheden en ervaringen kwamen aan de orde. De sfeer was uitstekend. 

Het schoolgebouw, het achterste deel van Hageveld, was vijf jaar geleden uitvoerig bekeken, voor vandaag stond buiten en het voorhuis op het programma. Jos had Harry van Assema bereid gevonden ons rond te leiden. Harry is jarenlang docent en decaan geweest, en woont nog steeds op het terrein. Samen met zijn trouwe hond Ramses II maakt hij op gezette tijden zijn ronde over het terrein.

Buiten viel op hoezeer de omgeving ‘oprukt’: aan alle kanten is gebouwd, en er is nu een doorgaand fietspad achterlangs. Om die reden is aan de achterkant van het terrein nu een levensgroot hek geplaatst. Maar daarbinnen is veel nog als vroeger: de cour, het bos, het veldje. 
Al lopende zagen we de verbouwing aan het voorhuis. Om elk appartement een ‘buiten’ te geven zijn metalen balkons tegen de gevels geplakt, m.i. niet allemaal even fraai. Aan de nog altijd indrukwekkende voorkant van het gebouw is een ingang voor de parkeergarage, onder de vijver.

Harry leidde ons rond door het voorhuis. De hal nog even imponerend/intimiderend als vroeger, de binnentuintjes omgetoverd tot gemeenschappelijke terrassen en balkons. Ik had gedacht dat er vooral 50+ ers zouden wonen, maar tot mijn verbazing stond er ook kinderspeelgoed in de tuintjes. 
Tot onze verrassing had Harry met een stel bewoners geregeld dat we hun appartement mochten bezichtigen. De ruimte was mooi verbouwd en smaakvol ingericht, met uitzicht op het groen. In de ruimte waren nog veel kenmerkende elementen van het oorspronkelijke gebouw te zien, en dat was voor velen, denk ik, de belangrijkste reden om er niet te willen wonen. “Net of je nog steeds in het oude seminarie woont” zei iemand.

Terug in de personeelskantine kwam de fles op tafel, gevolgd door soep en brood. Wederom geanimeerde gesprekken, vooral over het hier en nu. En o ja, de actualiteit van de internaatschandalen is ook nog even aan de orde geweest. Van seksueel misbruik was - voor zover wij ons herinnerden - in onze tijd geen sprake. Wel zo nu en dan van een harde aanpak, of bestraffing zonder aanleiding, onterecht in de ogen van de jongen die je toen was. Maar ja, zoals Wim Sonneveld in een van zijn conferences ooit zei: “In mijn tijd legde een opvoeder zijn oor niet aan je zieltje te luister. Een knal voor je kop kon je krijgen!” 
Die knal heb ik zelf trouwens ook nooit gekregen, daar was ik te braaf of te schijterig voor. En dat luisterende oor? Nee, daarvoor was de afstand tussen volwassene en kind op Hageveld te groot. Toen wel eens jammer, je stond er vaak alleen voor.
Met de kennis van nu bezien, misschien maar goed…

Het was een plezierige middag, in goede harmonie, omlijst door prachtig weer, en net als de vorige keren, in een Hageveld dat er nog altijd prachtig bij staat. Over vijf jaar weer, hoop ik, bij de volgende reünie!

Jan Duijnhoven